Scoliose

De wervelkolom heeft van nature een bepaalde kromming. Als deze kromming afwijkt van het normaal, wordt dit een scoliose genoemd. Bij een milde vorm, hoeft de scoliose geen klachten te veroorzaken. Een ernstigere vorm kan wel klachten veroorzaken zoals pijn en de scoliose kan ervoor zorgen dat normale activiteiten beperkt worden.

Een scoliose komt voor bij 4% van de kinderen. Soms is de scoliose aanwezig sinds geboorte, maar meestal ontstaat het in de periode waarin de kinderen het meest groeien. Dit is tussen de 10 en 15 jaar en bij meisjes eerder dan bij jongens.

Twee verschillende vormen van Scoliose

Er wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en niet-structurele scoliose.
Een niet-structurele scoliose is niet altijd aanwezig en is geen vergroeiing van de wervelkolom. Deze vorm ontstaat door bijvoorbeeld een beenlengteverschil of door een bepaalde houding. Als het beenlengteverschil wordt opgeheven, is ook de scoliose niet meer aanwezig.

Een structurele scoliose is altijd aanwezig en dan is er wel sprake van een vergroeiing van de wervelkolom. Deze vorm is ernstiger dan een niet-structurele scoliose. Een structurele scoliose is onder te verdelen in verschillende vormen:

1. Idiopatische scoliose: een zijwaartse verkromming van de wervelkolom die voorkomt bij kinderen van 3 tot 10 jaar zonder aanwijsbare oorzaak. Van deze vorm weten we dat het vaker voorkomt bij meisjes dan bij jongens en vaak samenhangt met een periode van groei.

2. Congenital scoliose: aangeboren scoliose waarbij de wervels verkeerd zijn gegroeid.

3. Neuromusculaire scoliose: de wervelkolom wordt niet goed genoeg ondersteund door de spieren en zenuwen. De congenitale en neuromusculaire scoliose komen minder vaak voor dan de idiopatische scoliose. Deze vormen zijn vaak op jonge leeftijd al zichtbaar.

Hoe herken ik een scoliose bij mijn kind?

Een scoliose is soms moeilijk te herkennen omdat het niet altijd klachten hoeft te geven. De scoliose kan herkend worden op de volgende punten:

  • Ongelijke ruimte tussen de armen en romp
  • Eén heup staat hoger dan de andere
  • Het hoofd staat niet recht boven het bekken
  • De ene schouder staat hoger dan de andere
  • Eén schouderblad steekt meer uit
  • Er is een duidelijke kromming van de wervelkolom
  • Bij het bukken is een bolling zichtbaar aan één zijde van de rug

Afhankelijk van de vorm, de oorzaak en de ernst van de scoliose kan oefentherapie nuttig zijn. Oefentherapie kan in sommige gevallen voorkomen dat de scoliose erger wordt. Daarbij zorgt de oefentherapie voor versterking van de spieren waardoor een betere houding aangenomen kan worden en minder pijnklachten ervaren hoeven worden.

Neem contact met ons op voor een afspraak en dan bepalen we samen een passend behandelplan.

Tenenlopen

Tenenlopen komt relatief vaak voor bij kinderen die net zijn gaan lopen. Vaak verdwijnt dit vanzelf na enkele maanden. Als uw kind 6 maanden na start van het lopen >50% op de tenen loopt, is het raadzaam een kinderfysiotherapeut te raadplegen om verder onderzoek te doen en adviezen te krijgen. Het komt ook voor dat oudere kinderen op de tenen lopen. Soms is dit niet eerder opgevallen of is het er langzaam ingeslopen.

Er zijn twee vormen van tenenlopen. De eerste, symptomatische tenenlopen, heeft een bekende oorzaak. Bij de tweede, idiopatisch tenenlopen, is de oorzaak minder duidelijk maar wordt de diagnose gesteld op basis van uitsluitsel. Het grote verschil tussen deze vormen is dat symptomatisch tenenlopen vaak eenzijdig is en idiopatisch tenenlopen vaak tweezijdig.

Bij symptomatisch tenenlopen ligt de oorzaak in botten, spieren, pezen, gewrichten of zenuwen. Aanvullend onderzoek zal vaak nodig zijn door een kinderorthopeed, kinderneuroloog of een kinderarts. Mogelijke oorzaken zijn:

  • Neurologische aandoeningen zoals cerebrale parese;
  • Spierziekten of spierdystrofieën;
  • Autisme spectrum stoornissen;
  • Pijn en/of letsels.


Idiopatisch tenenlopen
 ontstaat niet door specifieke bovenstaande oorzaken. Deze moeten daarom uitgesloten worden door vragen te stellen en een lichamelijk onderzoek te doen.
Idiopatisch tenenlopen kan ontstaan door verschillende factoren zoals:

  • Omgevingsfactoren zoals: een loopstoeltje, stress, hoge eisen
  • Gedrag: woede, enthousiasme
  • Sensorische problematiek: niet op blote voeten willen lopen bijvoorbeeld
  • Lage basisspanning/-kracht: om kracht en stabiliteit te krijgen gaan zij op de tenen staan.

De kinderfysiotherapeut is in staat om beide vormen te onderscheiden en een gegronde afweging te maken over de verdere te nemen stappen.

Neem contact met ons op voor een afspraak.

Cerebrale Parese

Cerebrale parese is een hersenbeschadiging die vaak ontstaat tijdens de bevalling door te weinig zuurstof. CP wordt ook omschreven als een klinisch syndroom met een houdings- of bewegingsstoornis. Cerebrale parese is bovendien een niet-progressieve hersenbeschadiging, oftewel het letsel zal niet verergeren.

Cerebrale parese heeft uiteenlopende gevolgen welke verschillen per kind en in mate van ernst. Kinderen met CP kunnen onder andere meer moeite hebben met bewegen, denken of communiceren. Kinderen die later CP ontwikkelen lopen achter met het behalen van bepaalde mijlpalen als leren kruipen, staan en lopen. Ook het zoeken van balans kost meer moeite.

Welke symptomen zijn kenmerkend?

Signalen van CP verschillen van persoon tot persoon. De meeste ouders herkennen al snel signalen als het niet makkelijk kunnen rollen, kruipen of lopen. Daarnaast zijn andere beweging-gerelateerde symptomen:

  • Gespannen spieren;
  • Spierzwakte;
  • Gebrek aan balans en efficiënte bewegingen;
  • Stijve gewrichten. Bijvoorbeeld niet helemaal kunnen buigen of strekken;
  • Asymmetrie in het bewegen.

Kinderfysiotherapie bij cerebrale parese

Een kinderfysiotherapeut is een belangrijke schakel in de ontwikkeling van een kind met CP. Wij ondersteunen kinderen met CP om meer kracht, beweging en balans te krijgen. De ondersteuning die wij bieden voor CP verschilt per stadia, afhankelijk van de situatie en behoeften.

Fysiotherapie tot 4 jaar

In de eerste vier jaar leggen wij de nadruk op de motorische ontwikkeling en het bewegen van het kind. Dit doen wij door spelenderwijs de kinderen te trainen. Ook zullen wij wat oefeningen meegeven zodat u als ouder dit thuis met uw kind kunt voortzetten.

Fysiotherapie 5 t/m 12 jaar

In deze leeftijdsfase maakt een kind meerdere groeispurten door en is de ontwikkeling van een kind met CP extra belangrijk in deze leeftijdsfase. De focus van de kinderfysiotherapeut ligt voornamelijk op het zo efficiënt mogelijk te bewegen d.m.v. oefeningen en sport. Het is in deze fase belangrijk om de houding van het lichaam en beperkingen van de gewrichten te trainen. Dit wordt o.a. begeleid door mobiliteit en fitness te stimuleren en spier- en gewrichtspijn te beheersen. Kinderen met CP zitten relatief meer en vergroten daarmee de kans op gewichtstoename en medische complicaties. Dit willen wij natuurlijk voorkomen!

Het is erg belangrijk om een kind met CP op de juiste manier te begeleiden en de motorische ontwikkeling te stimuleren. Neem contact met ons op voor een afspraak.

Fijne Motoriek

Fijne motoriek, ook wel kleine motoriek genoemd, is het ontwikkelen van de kleinere, fijnere bewegingen van de armen, handen en vingers. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Blokkentoren bouwen
  • Kleuren
  • Knippen
  • Kralen rijgen,
  • Veters strikken
  • Knopen/ritsen openen en dichtdoen
  • Eten met bestek
  • Schrijven en de pengreep*

Het komt veel voor dat kinderen hier moeite mee hebben. Gelukkig is dit iets wat goed geoefend kan worden.

De kinderfysiotherapeut analyseert het probleem en de mogelijke oorzaak aan de hand van verschillende testen. Als er sprake is van een motorisch probleem kan de kinderfysiotherapeut er mee aan de slag. Na de analyse zal, in samenspraak met oud en kind, een behandelplan worden opgesteld en het behandeltraject worden gestart.

* Onze kinderfysiotherapeuten zijn op dit moment al op verschillende scholen werkzaam binnen de kleuterklassen en de groepen 3/4 om kinderen die onvoldoende ontwikkeling laten zien op het gebied van de pengreep en het schrijven op school te behandelen.

Grove Motoriek

Onder de grove motoriek worden de grote bewegingen verstaan die kinderen leren en maken. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Kruipen
  • Lopen
  • Rennen
  • Springen
  • Hinkelen
  • Klimmen/klauteren
  • Bal gooien, vangen en mikken
  • etc.

Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en op zijn eigen tijd. Toch kunnen er oorzaken zijn die ervoor zorgen dat de ontwikkeling vertraagd wordt. Denk hierbij aan:

  • Bewegingsarmoede
  • Laag zelfvertrouwen
  • Angst
  • Verminderde kracht/conditie
  • Evenwichtsproblemen
  • Developmental Coordination Disorder

Door een bovenstaande oorzaak kan het zijn dat uw kind minder plezier krijgt in de gymlessen op school of liever niet aan sport wil meedoen. Hierdoor kan het zijn dat uw kind niet goed meekomt met leeftijdsgenoten.

De kinderfysiotherapeut analyseert het probleem en de mogelijke oorzaak aan de hand van verschillende testen. Als er sprake is van een motorisch probleem kan de kinderfysiotherapeut er mee aan de slag. Na de analyse zal, in samenspraak met oud en kind, een behandelplan worden opgesteld en het behandeltraject worden gestart.

Twijfelt u over de motorische ontwikkeling van uw kind? Neem dan contact met ons op voor een afspraak.

Heupdysplasie baby

Toelichting heupdysplasie

Bij een dysplastische heupontwikkeling is de heupkom te vlak waardoor de heupkop niet goed beweegt in de kom. Als de dysplasie niet verholpen wordt, kan dit later voor artrose en pijnklachten zorgen. Iedere baby wordt getest op heupdysplasie bij het consultatiebureau door een JGZ arts.

Er zijn risicofactoren die de kans op een heupdysplasie bij baby’s vergroten:

  • Stuitligging tijdens de zwangerschap;
  • Eerstgeborenen;
  • Erfelijkheidsfactoren.

Wat u zelf kunt merken bij uw baby is dat de verschoning bijvoorbeeld lastiger gaat doordat een been minder goed spreidt. Als er verdenkingen zijn op een heupdysplasie wordt u doorgestuurd naar het ziekenhuis. Als middels een echo of röntgenfoto een heupdysplasie wordt vastgesteld, zal de arts het behandelplan opstellen. Mogelijk moet uw kind voor een bepaalde periode een spreidbroek dragen. Uw kind zal zich daardoor tijdelijk minder goed en vrij kunnen bewegen.

Wat kan de kinderfysiotherapeut doen?

Wij als kinderfysiotherapeuten zijn er niet om een heupdysplasie bij een baby te behandelen, dit is het werk van een arts. Waar wij u wel mee kunnen helpen:

  • Advies geven hoe u een baby met een spreidbroek kunt positioneren en dragen;
  • Vaststellen of het kind door het dragen van de spreidbroek een motorische ontwikkelingsachterstand heeft opgelopen;
  • Adviezen geven om de motorische ontwikkeling te stimuleren indien er een achterstand is.

Heeft uw kind een spreidbroek gedragen of heupdysplasie gehad? Twijfelt u of de motorische ontwikkeling van uw kind normaal verloopt? Neem contact met ons op en wij beantwoorden uw vragen graag.

Huilbaby

Toelichting huilbaby

Baby’s huilen voornamelijk om duidelijk te maken dat ze iets nodig hebben, bijvoorbeeld bij honger, vermoeidheid of een vieze luier. Als uw baby 3x per week, 3 uur per dag huilt en dat minimaal 3 weken achter elkaar, dan spreken we van excessief huilen ofwel een huilbaby. Vaak gaat overmatig huilen ook gepaard met onrustig bewegen en overstrekken. Uit onderzoek blijkt dat het in 95% van de gevallen bij huilbaby’s om een niet-medische oorzaak gaat.

Wat kan de kinderfsyiotherapeut doen?

Belangrijk is dat u als ouder een aantal dingen nagaat zoals: wanneer huilt de baby voornamelijk? Na de voeding of aan het eind van de dag? Kan het zijn dat de baby overprikkeld is? Slaapt de baby voldoende? Is er voldoende rust en regelmaat op de dag?

Bovenstaande vragen zal de kinderfysiotherapeut met u bespreken. Na de anamnese en het onderzoek zal de therapeut de ouder middels positionerings- en hanteringsadviezen leren om de baby weer rustig te krijgen. Per kind kan dit verschillend zijn. Sommigen hebben veel baat bij inbakeren, anderen juist niet. Samen met u en uw baby zullen wij uitzoeken wat het beste werkt tegen de onrust.

Neem contact met ons op voor een afspraak.

Overstrekken

Toelichting overstrekken

Het komt regelmatig voor dat baby’s de neiging hebben om zich te overstrekken. Dit gebeurt door het aanspannen van de rugspieren. Door de jonge leeftijd heeft uw baby hier nog geen controle over. Vaak is het niet precies duidelijk waarom uw baby dit doet. De meest voor de hand liggende oorzaak is dat het een reactie is op negatieve prikkels zoals pijn en stress.  De oorzaken voor het hebben van pijn en/of stress zijn ook verschillend. De redenen hiervoor kunnen zijn:

  • Uw baby krijgt te veel prikkels van geluid, licht, temperatuur en/of felle kleuren van speeltjes.
  • Uw baby krijgt te veel prikkels van bezoek en wisselend contact
  • Uw baby is prematuur (te vroeggeboren)
  • Uw baby heeft een koemelkallergie
  • Uw baby heeft last van darmkrampen of reflux
  • Uw baby heeft tijdens de bevalling veel stress ervaren door de duur of omdat er complicaties waren

Wanneer uw baby regelmatig de neiging heeft tot overstrekken, kan dit gevolgen hebben voor de ontwikkeling. Eerder is benoemd dat overstrekken bij baby’s ontstaat door het aanspannen van de rugspieren. Als dit vaak gebeurt ontstaat er een disbalans tussen de rug- en buikspieren waarbij de rugspieren sterker worden dan de buikspieren. De buikspieren zijn echter ook erg belangrijk voor het behalen van motorische mijlpalen. Denk hierbij aan:

  • Spelen met de knieën en de voeten.
  • Rollen van de rug naar de buik
  • Zitten
  • Kruipen etc.

Daarnaast is er ook een grotere kans op het ontstaan van een afplatting van het achterhoofd. Door het overstrekken wordt in rugligging namelijk het hoofd in de onderlaag geduwd. De schedel is nog zacht en vervormbaar dus kan deze door de druk plat worden. Dit is te herstellen door middel van adviezen en oefeningen maar liever zijn wij de afplatting en motorische achterstand voor!

Twijfelt u over de ontwikkeling van uw kind? Neem dan contact met ons op voor een afspraak.

Billenschuiven

Toelichting billenschuiven

De motorische ontwikkeling van een baby maakt enorme sprongen in het eerste jaar met veel variatie en spreiding waardoor niet alle kindjes even snel ontwikkelingen doormaken.

Normaliter zal een baby op zijn buik eerst om zijn eigen as draaien, vervolgens zal het naar achter schuiven, gevolgd door naar voren schuiven. Wanneer de buik nog contact maakt met de grond wordt dit tijgeren genoemd. Zodra baby’s op handen en knieën bewegen is dit kruipen.

Sommige kinderen lijken niet te gaan kruipen maar bewegen zich voort door op de billen te schuiven. Een aantal mogelijke oorzaken hiervoor zijn:

  • Niet op de buik willen liggen;
  • Te vroeg gaan zitten;
  • Gladde vloeren;
  • Veel tijd doorbrengen in een wipper of loopstoel;
  • Overslaan van de motorische mijlpaal omrollen;
  • Lage spierspanning;
  • Hypermobiliteit.

Kinderen die eenmaal op de billen schuiven willen vaak niet meer kruipen. Enerzijds omdat billenschuiven voor hen nu ontwikkelt is en dus sneller gaat. Anderzijds omdat kruipen zwaar en moeilijk is. Door te kruipen traint een kind namelijk de spieren in de schouders, heupen en romp. Deze spierkracht is ook nodig om later te leren staan en lopen. Kinderen die over de billen schuiven hebben daardoor vaak minder kracht en hebben hierdoor grotere kans om later te gaan lopen. Gemiddeld lopen kinderen die over de billen schuiven tussen de 17 en 24 maanden. Vaak gaat dit gepaard met frustratie omdat kinderen meer willen dan waar zij fysiek toe in staat zijn.

Wat kan de kinderfsyiotherapeut doen?

Het is mogelijk dat billenschuiven bij uw kind een variatie is op de normale ontwikkeling. Wanneer uw kind zich op verschillende manieren verplaatst: zowel kruipend als billenschuivend hoeft u zich geen zorgen te maken. Indien uw kind voor een langere periode en de grootste tijd van de dag over de billen schuift kan een afspraak bij de kinderfysiotherapeut wenselijk zijn. De kinderfysiotherapeut zal in kaart brengen waarom uw kind voor deze manier van voortbewegen kiest. Daarna zal een behandelplan worden opgesteld om het kruipen alsnog te stimuleren of de achterstand in de motorische ontwikkeling te beperken.

Twijfelt u over de motorische ontwikkeling van uw kind? Neem dan contact met ons op voor een afspraak.

Premature baby

Toelichting Prematuur / Dysmatuur

De meeste zwangerschappen duren tussen de 37 en 40 weken. Indien het kindje voor 37 weken geboren wordt, is er sprake van een vroeggeboorte of wel prematuriteit (premature baby). Daarnaast is het mogelijk dat uw kind zowel prematuur als dysmatuur is. Met dysmatuur wordt bedoeld dat een kind een te laag gewicht heeft voor de zwangerschapsduur.

Wat kan de kinderfysiotherapeut doen?

Doordat uw kind eerder geboren is, mist het de geborgenheid wat het nog in de buik van de moeder zou hebben. Dit kan onder andere leiden tot onrust en overstrekken. De kinderfysiotherapeut geeft hierover houdings- en hanteringsadviezen. Ook wordt er besproken of het dragen met een draagzak of draagdoek bij u en uw baby raadzaam is.

Daarnaast kan het zo zijn dat door de prematuriteit/dysmaturiteit de motorische ontwikkeling afwijkend of vertraagd verloopt. De ontwikkeling van uw baby kan de kinderfysiotherapeut monitoren middels een ontwikkelingstest. Hierbij zal er rekening gehouden worden met het aantal weken dat uw baby te vroeg is geboren. De gecorrigeerde leeftijd wordt berekend vanaf de uitgerekende datum van de zwangerschap, en mag nog tot een leeftijd van 2 jaar worden toegepast.

Neem contact met ons op voor een afspraak.

Dit is de index.php page